De kunst van proactief budgetteren in 7 stappen

Dankzij Corona kreeg ik aardige inzichten in mijn persoonlijke financiën. Ik leerde wat proactief budgetteren is: elke euro een taak geven.

In Corona-tijd vragen veel mensen zich af: hoe moet het nu financieel? Natuurlijk las ik de berichten dat velen hun baan kwijtraakten. Ik verkeer in de gelukkige positie een goedbetaalde, volgens dhr Pieter Derks totaal onbelangrijke baan te hebben. Toch realiseerde ik me ook dat als ik mijn baan kwijt was geweest, ik toch snel in een risicogroep zou vallen. Dat zette mij op het spoor om eens wat beter naar mijn persoonlijke financiën te kijken, voor nu en later. Ik moet zeggen, ik ervaar sindsdien meer rust omdat ik precies weet wat mijn geld doet. Die rust is veel waard.

Budgetteren restrictief? Welnee!

Als je dit leest denk je misschien: is budgetteren niet restrictief? Dat is maar net hoe je het bekijkt. Veel mensen denken dat ze zichzelf tekort zullen doen door zichzelf een maximum op te leggen aan bijvoorbeeld uitgaven aan kleding of boodschappen. Die mening deel ik niet. Budgetteren gaat voor mij juist over het bereiken van je doelen – leuk of niet, ze hebben vaak zat een financieel component. Of je nu kleding koopt of je huis drastisch wilt verbouwen; je moet er geld aan uitgeven.

Als kleding kopen belangrijk voor je is, zet je daar meer geld voor opzij. Als je lekker eten belangrijk vindt, gaat daar weer meer geld naartoe. Budgetteren helpt bij het maken van keuzes en leert je waar je je geld voor in wilt zetten. Budgetteren gaat voor mij over willen, niet over moeten. Budgetteren is het het hebben van een plan voor je geld. Niks meer, niks minder. Bijsturen kan op elk moment en jouw plan kan heel anders zijn dan dat van mij.

Reactief versus proactief budgetteren

Er zijn grofweg zes budgetstijlen:

  1. Niet budgetteren. Verreweg de grootste club mensen, denk ik zomaar, doet niets aan budgetteren.
  2. Geautomatiseerd budgetteren. Je hebt meerdere rekeningen (hallo bunq-ers!) en laat je salaris automatisch verdelen over verschillende rekeningen.
  3. Percentagegebaseerd budgetteren. Je reserveert percentages van je inkomen voor verschillende doeleinden en zet het eventueel op andere rekeningen. Bijvoorbeeld 10% sparen, 30% aan boodschappen, enzovoorts.
  4. Budgetteren door je uitgaven bij te houden. Je doet je uitgaven, houdt ze bij en schaaft hier en daar bij, achteraf.
  5. Geld pinnen en de briefjes in potjes stoppen. De meest letterlijke vorm. Wordt in ons pin-land niet heel veel gedaan, vermoed ik. Je kijkt naar wat je hebt en schuift eventueel geld tussen potjes.
  6. Digitaal geld in potjes stoppen. Zelfde idee als de briefpapiertjes, maar dan verder geautomatiseerd. Je rekent vooruit.

Eerlijk: ik behoorde tot de eerste groep. Ik leefde vanuit mijn rekeningen. Goed, ik zette wel geld opzij, maar niet heel gericht. Ik leefde merendeels in het nu en had wel eens last van een ‘what the hell’-moment. Als ik er al iets aan deed, dan hield ik een poosje mijn inkomsten en uitgaven bij. Dat ging altijd achteraf. Ik had het eerst uitgegeven en keek daarna pas wat ik had gedaan. Dat is reactief budgetteren; acteren op gedane zaken, zonder een echt plan.

Tegenwoordig behoor ik tot de laatste groep: ik heb een tool en een paar regels waarmee ik mijn geldplan maak. Hoeveel geld heb ik, waar gaat dat sowieso aan op en wat wil ik eigenlijk doen met die centen? Dat is proactief budgetteren.

Proactief budgetteren in 7 stappen

Een plan maken voor zijn geld kan eigenlijk iedereen. De truc is jezelf niet met anderen te vergelijken. Hun wensen en behoeften kunnen honderdtachtig graden verschillen van die van jou.

1. Ken je geldgewoontes en -persoonlijkheid

Geldpersoonliljkheid? Bestaat dat? Ja! Ik leerde het fenomeen ‘geldtype’ kennen via het boek De financiële detox van Joëlla Opraus en Nathalie van Wingerden. Je geldpersoonlijkheid zegt veel over je geldgewoontes. Google maar eens ‘geldtype test’ en je komt er genoeg tegen. Geldpersoonlijkheden zijn er in een flink aantal.

Leer die van jou kennen en je weet al veel meer over hoe je met je geld omgaat en om wilt gaan (lees: wat je zou willen veranderen dus).

2. Kies een tool

Budgetteren moet leuk blijven, dus kies een tool die bij je past. Om proactief te kunnen budgetteren, is het prettig als je in je gekozen tool het volgende kunt doen / hebben:

  • Categorieën voor je uitgaven maken (zoals abonnementen, nutsvoorzieningen, etc.)
  • Inkomsten en uitgaven bijhouden en dus categoriseren
  • Geld aan categorieën hangen (het feitelijke budgetteren)
  • Eenvoudig schuiven met budgetposten
  • Eventueel nog het maken van categoriegroepen, voor een helikopter-overzicht
  • Ook nuttig: rapportages, om trends in je uitgavenpatroon visueel te maken

Met je tool onder je arm kun je een goede start maken. Vrijwel alle tools hebben de mogelijkheid je bankrekening te volgen of om je uitgaven via een bestand te importeren. Mijn favoriet voor proactief budgetteren is YNAB (You need a budget). Andere voorbeelden van dergelijke tools zijn Mint, Afas Personal, Grip of good old Excel.

3. Begin niet te moeilijk

Begin met je setup niet te moeilijk. Maak slechts een paar categorieën en ga daarmee aan de slag. Je zou anders weleens ontmoedigd kunnen raken als je meteen veel categorieën bij moet houden. Begin bijvoorbeeld met deze categorieën voor je maandelijkse lasten:

  • abonnementen
  • nutsvoorzieningen (bij mij vallen de mobiel en internet er ook onder)
  • boodschappen
  • huis (hypotheek, servicekosten, etc.)
  • verzekeringen
  • transport
  • onvoorzien
  • [enz.]

Tip: maak groepen waarbinnen die categorieën vallen. Dat houdt je budget overzichtelijk (het kunnen inklappen van die groepen is bijvoorbeeld fijn). Bij mij zijn dat op het moment van schrijven de volgende:

  • Moetjes per maand – alle maandelijkse lasten.
  • Moetjes per jaar – alle jaarlijkse lasten.
  • Spaardoelen – voor vakanties, de halfjaar-buffer en voor projecten die mijn leven vooruit helpen.
  • Project: van het gas af! – groepje van specifieke dingen die ik nodig heb om van het gas af te kunnen. Was eerst een spaardoel.
  • Vrijheid! – hier zit alles in wat ik leuk vind, van kleding tot uiteten en ‘geld voor de leuk’.
  • Moestuin – maximaal 3 producten van mijn wensenlijst waar ik actief geld op zet dat ik overhoud, zodat ik het op termijn kan kopen (bijv. robotstofzuiger of een bepaald boek).
  • Wensenlijst – van spulletjes tot cursussen en reizen, hierop zet ik mijn dromen. Verhuist naar Moestuin of – als de droom groot is – naar Spaardoelen als ik er werk van wil maken.

Hier een korte weergave van de categorieën van mijn ‘Vrijheid’ groep:

4. Volg je uitgaven

Je hoeft nog niet meteen te starten met budgetteren. Voer de eerste maanden eens alleen je uitgaven in en koppel ze aan de categorieën. Zo krijg je een beeld waar je geld nu eigenlijk heen gaat.

5. Geef elke euro een taak

Als je je centen een poos gevolgd hebt, dan begint het echte proactieve budgetteren. Meten is immers weten, en wat gemeten wordt, wordt gemanaged, zei Peter Drucker ooit. Wat houdt dat in: elke euro die je nu hebt een taak geven. Geen geld budgetteren dat je nog niet hebt dus. Een goed moment hiervoor is wanneer je je salaris net hebt gekregen. Tel al het geld dat je hebt bij elkaar op, inclusief oude sokken (dat is bij mij serieus een ‘bankrekening’) en spaargelden. En verdeel je geld over de dingen die moeten en vervolgens over de dingen die mogen: wat voor jou belangrijk is!

6. Geef je geld een taak

Ik leerde door mijn geld zo te verdelen dat misschien wel 90% van de uitgaven die ik doe te voorspellen is. Verjaardagen, feestdagen zoals sinterklaas of kerst, belastingen, jaarlijkse contributies of abonnementen, ze liggen allemaal vast in de tijd. Dat december een dure maand is, is larie – zeker als je proactief budgetteert. Want dan maak je gelddoelen. Ik raad je aan dit, ongeacht of het een ‘moetje’ is, te doen. Met een gelddoel bedoel ik dat je periodiek, meestal maandelijks, een bedrag opzij schuift voor een specifiek doel.

Formuleer gelddoelen SMART

Een van mijn doelen was waarom ik helemaal begon met budgetteren. Hoe kan ik op een realistische manier tot een redelijke financiële buffer komen? Daar was inzicht in mijn geldzaken nodig, maar zeker ook een doel. Voor gelddoelen is SMART een uitstekende methode. Maak hem keihard, bijvoorbeeld zo:

“In januari 2022 is mijn buffer 15000 euro groot.”

En kijk vervolgens of dat realistisch is ten opzichte van je huidige budget en de grootte van je buffer nu. Kun je veel sparen? Dan kan het zomaar zijn dat je januari 2022 haalt. Is dat nou niet haalbaar omdat je niet zoveel kunt sparen, rek die datum van je doel dan op. Of sleutel aan het bedrag (hoewel dat nu misschien hier net niet is wat je wilt bereiken).

Breek je doel eventueel op in kleinere delen. Als je in januari 15000 euro wilt hebben, wat moet je dan de komende drie maanden daarvoor opzij zetten?

Geef terugkerende, niet-maandelijkse uitgaven een plaats

Andere voorbeelden van gelddoelen die wat kortdurender zijn of steeds terugkomen:

“Elk jaar in november heb ik 500 euro gereserveerd voor kerstcadeau’s.”
“In februari van elk jaar ben ik in staat om de gemeentelijke belastingen/zorgverzekering in één keer af te tikken.”

Stel, je betaalt nu je gemeentelijke belastingen maandelijks via incasso. Met bovenstaand gelddoel betekent dat dat je naast je huidige incassosom een vergelijkbare som opzij zet, om klaar te zijn om vanaf het volgende jaar de belastingen ineens te kunnen betalen. Daarna zet je alleen dat geld opzij tot de volgende februarimaand. Meestal maakt je tool dit heel makkelijk voor je door je benodigde budget vast uit te rekenen.

Ik vat dit soort terugkerende doelen samen in de categoriegroep ‘Moetjes per jaar’. Die ziet er bij mij zo uit:

Betaal vooruit en heb een buffer

Gaandeweg zul je daarmee je échte uitgaven in beeld krijgen en wordt het financiële leven voorspelbaarder. Het geeft veel rust als je zeker weet dat je facturen kunt betalen op het moment dat ze langskomen. En lukt dat niet, omdat het onverwacht komt of simpelweg omdat je het vergeten was? Dan heb je je buffer nog. Want dat was ook één van je doelen toch? 🙂

Door het stellen van gelddoelen lukt het je om verder te kijken dan je eerstvolgende salarisstrook.

7. Hou het leuk!

Bij mijn categoriegroep ‘Vrijheid’ zag je een categorie staan die heet ‘Fun Money’. Die term heb ik van YNAB, de tool die ik gebruik. Zorg dat je ook zo’n categorie hebt. Het is belangrijk om geld te hebben dat je zomaar uit mag geven aan iets leuks of spontaans en wat nu nog niet heel concreet is. Dat houdt het leuk. Zet bijvoorbeeld hier geld opzij voor als je je doelen haalt: vier je successen!

En blijf realistisch. Je hoeft niet op een houtje te bijten om zo snel mogelijk je gelddoelen te halen. Dat lukt je misschien één keer, maar niet voortdurend. Je budget moet passen bij jouw levensstijl en niet andersom.

Afbeelding van DarkmoonArt_de via Pixabay & afbeelding van mohamed Hassan via Pixabay


author-sign

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *